Lemma mio dizionario Combinazioni lessicali

Aggiungi una traduzione

Aggiungere un esempio



Aggiungere un esempio



Aggiungi una fraseologia




applicare [ap-pli-cà-re]
1
prep. a, su collocare una cosa sopra un'altra in modo che combacino

Esempi

Fraseologie

2
prep. a FIG.
{impiegare} dedicare

Esempi

Fraseologie

3
FIG.
{attuare} rendere operante

Esempi

Fraseologie

4
FIG.
{dare} attribuire

Esempi

Fraseologie

5
FIG.
{usare} riferire, adottare

Esempi

Fraseologie

applicare [ap-pli-cà-re]
V TR AV
1
prep. a, su collocare una cosa sopra un'altra in modo che combacino
Fraseologie
applicare con cautela voorzichtig aanbrengen
applicare con cura met zorg toepassen
applicare con precisione nauwkeurig aanbrengen
applicare esclusivamente su uitsluitend aanbrengen op
applicare facilmente makkelijk aanbrengen
applicare il colore de kleur/verf aanbrengen
(PROF.) applicare il rossetto lippenstift opdoen
(PROF.) applicare l'eye-liner eyeliner aanbrengen/opdoen
applicare la colla su q.sa [mettere la colla su q.sa] lijm op iets aanbrengen
applicare sul tergo [mettere sul retro] op de achterkant plaatsen/zetten
(MED.) applicare un cerotto su una ferita een pleister op een wond plakken
applicare un francobollo sulla busta [attaccare un francobollo sulla busta] een postzegel op de envelop plakken
applicare un'etichetta a una busta een etiket op een envelop plakken
(PROF.) applicare una crema/pomata [spalmare una crema, una pomata] crème/zalf aanbrengen (op)
(ABB.) applicare una guarnizione su una camicetta een versiering op een blouse aanbrengen
applicare vari strati di vernice een paar lagen verf aanbrengen
2
prep. a FIG.
{impiegare} dedicare
Fraseologie
applicare l'ingegno a q.sa di produttivo het verstand gebruiken voor iets nuttigs
applicare la mente a q.sa [indirizzare l'attenzione verso q.sa] zich op iets concentreren//zijn aandacht op iets richten
applicare quanto appreso [adoperare tutto ciò che si è imparato] alles wat geleerd is toepassen//het geleerde toepassen
3
FIG.
{attuare} rendere operante
Fraseologie
applicare ciecamente [applicare senza riflettere o esitazioni] blindelings toepassen
applicare dettagliatamente nauwkeurig toepassen
applicare gradualmente geleidelijk toepassen
(DIR.) applicare il regolamento het reglement naleven
applicare integralmente integraal toepassen
(DIR.) applicare la legge alla lettera de wet naar de letter toepassen
applicare meccanicamente automatisch toepassen
applicare passo passo [applicare dettagliatamente] [beetje bij beetje]/[stapje voor stapje] toepassen
applicare passo passo le modifiche de veranderingen stap voor stap toepassen
applicare pedissequamente [in modo preciso e secondo quanto prestabilito] slaafs naleven
applicare pienamente volledig naleven
applicare puntualmente le normative de regels punctueel/stipt naleven
applicare rigidamente streng toepassen
(DIR.) applicare un decreto een (overheids)besluit naleven
applicare un principio een principe toepassen
applicare una clausola een clausule toepassen
4
FIG.
{dare} attribuire
Fraseologie
applicare un nomignolo een bijnaam geven
applicare un titolo een titel geven
(AMM.) applicare una multa/sanzione [fare una multa/attribuire una sanzione] een boete/sanctie opleggen
(DIR.) applicare una pena [infliggere una pena] een straf opleggen
(DIR.) applicare una tassa een belasting opleggen
(ECON.) applicare uno sconto del 30% [praticare una riduzione sul prezzo di un prodotto] een korting van 30% geven
5
FIG.
{usare} riferire, adottare
Fraseologie
applicare correttamente correct toepassen
applicare dei procedimenti errati per risolvere un problema verkeerde werkwijzen toepassen om een probleem op te lossen
(MAT.) applicare il teorema di Pitagora de stelling van Pythagoras toepassen
applicare praticamente in de praktijk toepassen
applicare un metodo een methode toepassen
applicare una teoria een theorie toepassen