Dettaglio del significato

(CUL.) aguzzare l'appetito eetlust opwekken/stimuleren

(CUL.) appetito da lupi/lupo [avere molta fame] honger als een wolf

(CUL.) appetito famelico [rif. a persona o animale affamati che mangiano una grande quantità di cibo] razende honger

(CUL.) appetito formidabile een geweldige trek/eetlust

(CUL.) appetito pantagruelico [appetito formidabile, enorme] onverzadigbare trek

(CUL.) appetito vorace razende trek

(CUL.) aumento dell' appetito toename ven de eetlust

(CUL.) avere appetito trek hebben

(CUL.) avere un buon appetito [mangiare parecchio] een goede/gezonde eetlust hebben

(CUL.) buon appetito! smakelijk eten!//eet smakelijk!

(CUL.) calo dell' appetito vermindering van eetlust

(CUL.) diminuzione dell' appetito vermindering van eetlust

(CUL.) eccitare l'appetito eetlust opwekken

(CUL.) enorme appetito enorme trek

(CUL.) (FIG.) essere di buon appetito een goede/gezonde eetlust hebben

(CUL.) far venire appetito trek veroorzaken

(CUL.) favorire l'appetito eetlust opwekken

(CUL.) fermare l'appetito de eetlust remmen

(CUL.) formidabile appetito reusachtige trek

(CUL.) forte/notevole appetito [appetito di grande entità] stevige trek//bijzonder grote eetlust

(CUL.) guastare/rovinare l'appetito a q.no [nauseare] iemands eetlust bederven

(CUL.) guastarsi/rovinarsi l'appetito de eetlust bederven

(CUL.) insaziabile appetito onverzadigbare eetlust

(CUL.) l'appetito manca a q.no iem. heeft geen trek

(CUL.) (FIG.) l'appetito vien mangiando [chi più ha, ancora di più vorrebbe avere] hoe meer je hebt, hoe meer je wil hebben

mancanza di appetito gebrek aan eetlust

(CUL.) mangiare con appetito [mangiare con fame] met smaak eten

(CUL.) mi è passato l'appetito ik heb geen trek meer//ik heb geen zin meer om te eten

(CUL.) mi è tornato l'appetito ik heb weer trek (gekregen)

(CUL.) mi è venuto l'appetito ik heb trek gekregen

(CUL.) molto appetito veel trek

non avere appetito geen eetlust/trek hebben

(CUL.) perdere l'appetito zijn eetlust verliezen

perdere l'appetito zijn eetlust verliezen

(CUL.) poco/scarso appetito weinig trek

(CUL.) robusto appetito flinke eetlust

rovinare l'appetito de eetlust bederven

(CUL.) smisurato appetito immense trek

(CUL.) solleticare l'appetito de eetlust opwekken

(CUL.) stimolare l'appetito de eetlust opwekken/stimuleren

(CUL.) stuzzicare l'appetito de eetlust opwekken

(CUL.) terribile appetito [molto appetito] vreselijke trek

(CUL.) togliere l'appetito de eetlust ontnemen

togliere l'appetito a q.no iem. de eetlust ontnemen