Aggiungi una traduzione
Aggiungere un esempio
Aggiungere un esempio
Aggiungi una fraseologia
attività
[at-ti-vi-tà]
1
2
4
5
GEOL.
Esempi
Fraseologie
attività
[at-ti-vi-tà]
N
F
S/P
ha un'attività saltuaria hij heeft tijdelijk werk
le attività quotidiane de dagelijkse bezigheden
svolge diverse attività hij heeft verschillende banen
1
{di persone}
l'essere attivo, vitale; o detto di cose, essere in funzione; anche lavoro, occupazione lavorativa
- werkhet
- activiteitde
- werkzaamheidde
- bezigheidde
Esempi
che attività svolgi? wat voor werk doe je?
ha un'attività saltuaria hij heeft tijdelijk werk
le attività quotidiane de dagelijkse bezigheden
svolge diverse attività hij heeft verschillende banen
Fraseologie
attività fisica
[attività del corpo che se praticata regolarmente può contribuire in maniera essenziale a irrobustire il proprio corpo]
lichamelijke activiteit
(ECON.)
attività non salariate
werkzaamheden, anders dan in loondienst//[niet in]/[anders dan in] loondienst verrichte werkzaamheden
2
Fraseologie
3
4
5
Suggerimenti